Veelgestelde
vragen

Op deze pagina vindt u onze meest gestelde vragen onder verdeeld in verschillende categorieën. Staat uw vraag er niet tussen? Dan u kunt u deze stellen via het contactformulier. 

  • Kabeleigenschappen
    • Wat is de levensduur van een kabel?

      TKF heeft een lange geschiedenis, waarin vele kabels zijn geleverd die 40 tot 50 jaar na installatie nog steeds in bedrijf zijn. Door haar jarenlange ervaring en expertise met het produceren va kabels, kan TKF voor dergelijke kabeltypes, bij normale toepassing en gebruik en verwerkt volgens de voorschriften, een functionele verwachte levensduur van minimaal 30 jaar afgeven.

      • YMvK Dca
      • YMz1K Dca
      • YMz1K B2ca
      • VO-YMvKas Dca
      • Z1O-YMz1Kas Cca
      • Z1O-YMz1Kas B2ca
      • VG-YMvKas Dca
      • Z1G-YMz1Kas Cca
      • Z1G-YMz1Kas B2ca
      • Instalflex YMvK-ss Dca
      • Instalflex YMz1K-ss Cca
      • Instalflex YMz1K-ss B2ca

      Tevens dient de kabel te worden geïnstalleerd volgens de algemeen geldende voorschriften voor laagspanningsinstallatiekabels.

      De verwachte functionele levensduur staat los van de productaansprakelijkheid en de garantiebepalingen die van toepassing zijn op de leveringen van onze producten. Hiervoor verwijzen wij u naar onze algemene leveringsvoorwaarden.

      Deze verwachte levensduur is niet van toepassing op die producten, die niet meer functioneren als gevolg van buiten komende onheilen welke niet in redelijkheid aan TKF toe te rekenen zijn, waaronder, doch niet gelimiteerd tot, chemische dampen, golven en stralingsverschijnselen, trillingen, brand, natuurverschijnselen (zoals onweer, overstromingen, aardverschuivingen en natuurrampen), terreurdaden en aanslagen.

    • Wat is de minimale installatietemperatuur voor kabels?

      De minimale installatietemperatuur voor kabels hangt af van het type kabel en de omgeving waarin de kabel wordt geïnstalleerd. Over het algemeen geldt dat kabels niet onder een bepaalde temperatuur mogen worden geïnstalleerd, omdat dit de prestaties van de kabel kan beïnvloeden. Bijvoorbeeld de kunststof mantelmaterialen worden stug en onverwerkbaar of zelfs zo bros dat scheuren kunnen ontstaan

      Voor de meeste standaard installatiekabels is de minimale installatietemperatuur meestal 0°C. Sommige kabels zijn echter ontworpen om te worden geïnstalleerd bij lagere temperaturen, bijvoorbeeld tot -5°C, -15°C of zelfs -40°C. De minimale installatietemperatuur is voor alle TKF kabels terug te vinden op de datasheet.

      Het is belangrijk om de specificaties van de kabel die je wilt installeren te raadplegen om de minimale installatietemperatuur te bepalen en ervoor te zorgen dat je de kabel installeert onder de juiste omstandigheden om optimale prestaties te garanderen.

    • Zijn TKF kabels UV bestendig?

      De mate waarin TKF kabels UV bestendig zijn hangt af van het type kabel en de omgeving waarin de kabel wordt geïnstalleerd. De UV bestendigheid van de kabel varieert per kabeltype.

      Per artikelsoort heeft TKF UV testen uitgevoerd, voor de meeste standaard installatiekabels geldt dat de UV bestendigheid goed is. Sommige kabels zijn echter ontworpen om geïnstalleerd te worden zonder in aanraking te komen met UV, daarom is het belangrijk de specificaties van de kabel de controleren voordat je deze gaat installeren. Of de kabel Uv-bestendig is in een Nederlands klimaat is voor elektrische kabel terug te vinden op de datasheets, zie voor meer informatie dit artikel in het TKF Kenniscentrum.

    • Welke kabels hebben chemische resistentie?

      TKF heeft chemisch resistente kabels, onder de naam Guardsheath.

      Guardsheath®-kabel is een speciaal type kabel ontwikkeld en geproduceerd door TKF dat wordt gebruikt in situaties waar chemische agressie een rol speelt en is een milieuvriendelijke vervanger voor loodkabels. Deze kabel heeft een extra beschermende laag, genaamd "Guardsheath", die de kabel beschermt tegen externe invloeden.

      De Guardsheath-laag is bestand tegen agressieve chemicaliën. Dit maakt de Guardsheath-kabel geschikt voor gebruik in industriële omgevingen zoals chemische fabrieken, olieraffinaderijen en petrochemische installaties. De kabels zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen, afhankelijk van de toepassing. Zo zijn er Guardsheath-kabels voor hoogspannings- en laagspanningstoepassingen, voor bovengrondse en ondergrondse installaties en voor verschillende omgevingscondities.

      Guardsheath-kabels worden vaak gebruikt in toepassingen waarbij veiligheid en betrouwbaarheid van cruciaal belang zijn, zoals in de olie-, gas- en chemische industrie, en in de mijnbouw en energieopwekking. 

    • Waarom moeten kabels een CPR keur hebben?

      Sinds 1 juli 2020 worden minimale prestatie-eisen voor brand- en rookgedrag van kabels wettelijk vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Daarmee voldoet ook Nederland aan de gestelde EU-regels om minimale eisen voor brandgedrag van bouwproducten vast te leggen in de wetgeving. Met deze wijziging van het Bouwbesluit worden de minimale brandveiligheidseisen van kabels aangescherpt. Een van de belangrijkste wijzigingen is dat voor kabels met brandklasse Dca de rookclassificatie aangescherpt wordt van s3 naar s2 voor binnentoepassingen.

      De brandveiligheid in gebouwen is iets wat eenieder die werkzaam is in de bouwketen aangaat. Daar dienen we als keten samen de verantwoordelijkheid voor te nemen. Dat begint met het maken van brandveilige keuzes als het gaat om materialen. De kwaliteit van kabels speelt al een belangrijke rol in het voorkomen van brand, maar de impact van kabels tijdens het verspreiden van een brand in gebouwen wordt vaak onderschat. Gezien het feit dat kabels en leidingen ruimtes en verdiepingen in een gebouw met elkaar verbinden, spelen ze een wezenlijke rol in de beperking van verspreiding van brand.

      WIJZING BOUWBESLUIT 2012 & NEN8012
      De wijziging in het Bouwbesluit 2012 richt zich enkel op de minimale eisen ter voorkoming van slachtoffers (gewonden en doden ) en uitbreiding van brand naar andere percelen. Gevolgschade, zoals het behoud van een bouwwerk en het voorkomen van schade aan het milieu, monumenten of maatschappelijke voorzieningen, zijn geen doelstellingen van het Bouwbesluit 2012. Juist ook bedrijfseconomische en maatschappelijke gevolgschade zijn van belang voor uw opdrachtgever en de maatschappij. Daarin ondersteunt de NEN8012, de Nederlandse norm voor brandclassificaties. De NEN8012 helpt bij het maken van de juiste keuze voor de brandclassificatie ter beperking van gevolgschade en stelt daarom aanvullende eisen aan de zuurgraad van (giftige) rookgassen en brandende vallende deeltjes.

      De NEN8012 zal later dit jaar worden aangepast zodat deze in lijn is met het gewijzigde Bouwbesluit 2012. Daarmee biedt de NEN8012 de sector en de gehele keten, aansluitend op het Bouwbesluit, helderheid voor wat betreft de leidingkeuze ter voorkoming van slachtoffers en uitbreiding van brand naar andere percelen, maar aanvullend op het Bouwbesluit 2012 ook met het oog op het beperken van gevolgschade door brand en rook.

      Op onze website vindt u een handige tool die u helpt een brandveilige kabelkeuze te maken waarbij ook de wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 sinds 1 juli 2020 worden getoetst. Hierdoor zullen zich gedurende dit jaar drie verschillende situaties voordoen:

  • NEN1010
    • Moet ik een kabel in een buis leggen binnen?

      In het algemeen is het niet altijd vereist om een kabel in een buis te leggen, maar het hangt af van verschillende factoren, waaronder het type kabel, de omgeving waarin deze wordt geïnstalleerd.

      In sommige gevallen kan het vereist zijn om een kabel in een buis te leggen om de kabel te beschermen tegen beschadiging of om de veiligheid te waarborgen. Bijvoorbeeld in een woonomgeving waar kinderen kunnen spelen, of in een industriële omgeving waar er veel beweging van machines en voertuigen is.

      Het gebruik van een buis kan ook nuttig zijn als de kabel blootgesteld is aan vuil, vocht of andere schadelijke elementen. Bovendien kan het gebruik van een buis ook helpen om de kabel eenvoudiger te vervangen of te repareren, mocht dat nodig zijn.

    • Mag een VD draad los gelegd worden?

      Over het algemeen mag VD-draad niet los worden gelegd en moet het worden beschermd door een buis, kabelgoot, kabelbak of ander type behuizing om het te beschermen tegen beschadiging en blootstelling aan vocht of andere schadelijke elementen.

      Daarnaast vereist de Nederlandse regelgeving dat elektrische bedrading in woningen en gebouwen wordt aangelegd volgens de geldende normen, waaronder de NEN 1010. Deze norm stelt eisen aan de bescherming van elektrische bedrading, waaronder het gebruik van buizen, goten of andere soorten behuizingen om bedrading te beschermen.

      Het is daarom niet aanbevolen om VD-draad los te leggen zonder de juiste bescherming.

    • Als een VD niet los gelegd mag worden, mag ik een aardingsdraad dan wel los leggen?

      In tegenstelling tot VD-draad, kan aardingsdraad wel los worden gelegd. Aardingsdraad wordt gebruikt om een veilige elektrische verbinding te maken tussen apparatuur en aarde, om de veiligheid te waarborgen in geval van een fout of kortsluiting.

      Aardingsdraad kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aarden van metalen onderdelen van apparatuur, zoals behuizingen en frames, om het risico van elektrocutie of brand te verminderen. Aardingsdraad wordt vaak los gelegd, omdat het meestal niet nodig is om het te beschermen tegen beschadiging of blootstelling aan vocht.

      Het is echter belangrijk om de lokale regelgeving te raadplegen en de juiste installatiemethode te volgen om ervoor te zorgen dat de aardingsdraad op een veilige en verantwoorde manier wordt geïnstalleerd. Over het algemeen moet aardingsdraad worden aangesloten op een aardingslus of aardingsstaaf, en moet het worden geïnstalleerd volgens de geldende normen en voorschriften.

    • Wat is het verschil tussen een aarddraad en een vereffeningsleiding?

      Een aarddraad en een vereffeningsleiding zijn beide bedoeld om een elektrisch systeem of apparaat te aarden, maar ze hebben verschillende toepassingen en functies.

      Een aarddraad wordt gebruikt om een elektrisch apparaat of systeem te aarden, wat betekent dat de draad elektrische stroom naar de aarde afvoert. Dit kan worden gedaan om elektrische schokken te voorkomen in geval van een storing in het apparaat of systeem. Aarddraden worden vaak gebruikt om metalen delen van apparaten te aarden, zoals behuizingen, frames en stekkers.

      Een vereffeningsleiding is daarentegen bedoeld om de elektrische weerstand tussen metalen onderdelen van een gebouw of installatie te verminderen en daarmee de kans op een elektrische schok te verminderen. Vereffeningsleidingen worden vaak gebruikt om een potentiaalverschil tussen metalen onderdelen te voorkomen, zoals leidingen, kabelgoten, apparatuur en andere geleidende delen. Dit gebeurt door deze onderdelen op een gemeenschappelijk potentiaal te brengen, waardoor de kans op vonken of brand als gevolg van elektrostatische ontladingen wordt verkleind.

      Kortom, terwijl aarddraden worden gebruikt om een apparaat of systeem te beschermen tegen elektrische schokken, worden vereffeningsleidingen gebruikt om brand of vonkvorming te voorkomen als gevolg van elektrostatische ontladingen tussen metalen onderdelen van een gebouw of installatie.

    • Wat voor kleuren draad gebruik ik voor een drie fase aansluiting voor mijn inductiekookplaat

      Bij een drie fase aansluiting voor een inductiekookplaat worden meestal deze kleuren gebruikt:

      Bruin: Fase 1
      Zwart: Fase 2
      Grijs: Fase 3
      Blauw: Nul
      Groen Geel: Aarde

    • Hoeveel draden mag in ik een buis trekken?

      Volgens de norm NEN 1010 is de maximale hoeveelheid draden bepaald, afhankelijk van de nominale kerndoorsnede van de kabel en de diameter van de te gebruiken buis.

      Voor draden met een nominale kerndoorsnede van maximaal 10 mm2 geldt een maximale vulfactor van 33% van de inwendige doorsnede van de buis
      Voor draden met een nominale kerndoorsnede van groter dan 10 mm2 geldt een maximale vulfactor van 40% van de inwendige doorsnede van de buis


      Vulfactor Nominale kerndoorsnede mm2 Grootste aantal draden in buis
      Buitendiameter van de buis
      16 19/20 25 32 38/40 50
      33% 1,5 5
      2,5 4
      4 3 5
      6 2 4 5
      10 2 3
      40% 16 3 5
      25 2 3 5
      35 2 4
      50 3 5
      70 2 4
      95 3








      Vulfactor Nominale kerndoorsnede mm2 Grootste aantal draden in flexibele buis
      Buitendiameter van de flexibele buis
      16 19/20 25 32 38/40 50
      33% 1,5 4
      2,5 3 5
      4 2 4
      6 2 3 5
      10 3 5
      40% 16 2 4
      25 3
      35 2
      50
      70
      95

    • Hoeveel bochten mag ik in een buis hebben?

      Het aantal bochten dat je in een buis mag hebben hangt af van de diameter van de buis, de dikte van de draden en de radius van de bochten. Over het algemeen wordt aanbevolen bij meer dan twee bochten in de buismaat één trap hoger te nemen. Daarnaast wordt afgeraden om meer dan 4 bochten in een buis te hebben, en elke bocht mag niet scherper zijn dan 90 graden.

      Als je meer dan 4 bochten moet maken of als je een bocht scherper dan 90 graden nodig hebt, dan kan het nodig zijn om een kabelgoot of andere vorm van kabelmanagement te gebruiken. Hierdoor voorkom je dat de kabel beschadigd raakt of de doorgang blokkeert.

    • Kan ik een YMvK ook voor DC installaties gebruiken?

      YMvK-kabels zijn ontworpen voor gebruik in zowel wisselstroom (AC) installaties als in gelijkstroom installaties (DC).

      De  toegelaten spanning voor DC is wel afwijkend, die is namelijk 0,9/1,8 kV DC.

      Wel wijken de gebruikelijke aderkleuren voor DC af van de standaard aderkleuren HD308 van de YMvK kabels. Hierdoor kunnen onveilige situaties ontstaan als iemand onbekend is met het feit dat het een DC systeem betreft, zie ook NPR 9090 voor wat de aanbevolen aderkleuren voor DC systemen zij. Daarom maakt TKF ook speciale YMvK DC kabels. Die zijn in de constructie gelijk, maar hebben wel aangepaste aderkleuren voor DC installaties.


      De TKK kabelberekeningstool kan alleen ter indicatie voor DC systemen gebruikt worden; omdat de afzekering in een DC systeem vaak anders geregeld is wordt de Iz niet correct berekend. Praktisch kan er vaak een dunnere kabel toegepast worden dan de TKF berekening aangeeft.

    • Hoeveel stroom mag er over de kabel?

      Hoeveel stroom er door een kabel mag lopen hangt af van verschillende factoren, waaronder de diameter van de kabel, het type isolatiemateriaal en de omgevingstemperatuur.

      Om te bepalen hoeveel stroom er door een specifieke kabel kan worden geleid, moet je de technische specificaties van de kabel raadplegen. In de datasheet of het typeplaatje van de kabel vind je informatie over de maximale toelaatbare stroomsterkte, vaak uitgedrukt in ampère (A).

      Het is belangrijk om de stroomsterkte te berekenen op basis van de specifieke toepassing en om de belasting van de kabel niet te overschrijden. Wanneer de stroomsterkte te hoog is kan de kabel oververhit raken en beschadigd raken, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties.

    • Wat wordt bedoeld met de weerstand van de kabels?

      De weerstand van een kabel verwijst naar de mate waarin de kabel elektrische stroom belemmert. Het is een eigenschap van de kabel die de hoeveelheid elektrische weerstand aangeeft die de stroom ondervindt terwijl deze door de kabel stroomt. De weerstand van een kabel wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder het materiaal waaruit de kabel is gemaakt, de lengte en dikte van de kabel en de temperatuur.

      De weerstand van een kabel wordt gemeten in ohm (Ω) en is direct gerelateerd aan de geleidbaarheid van het materiaal waaruit de kabel bestaat. Materialen met een hogere weerstand bieden meer weerstand tegen de stroom, terwijl materialen met een lagere weerstand de stroom gemakkelijker doorlaten.

      Het is belangrijk om de weerstand van een kabel in overweging te nemen bij het ontwerpen en berekenen van elektrische circuits. Een te hoge weerstand kan leiden tot spanningsverlies over de kabel, wat resulteert in vermogensverlies en mogelijk onjuiste werking van apparaten. Daarom worden kabels met lagere weerstand vaak gebruikt voor toepassingen waarin minimale spanningsval en hoog rendement belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld bij lange afstanden of bij het transport van hoge stromen.

      Het specificeren van kabels met de juiste weerstandswaarden is belangrijk om ervoor te zorgen dat de elektrische circuits efficiënt en betrouwbaar functioneren. Bij het selecteren van kabels is het belangrijk om rekening te houden met de vereiste stroomsterkte, de lengte van de kabel, de omgevingstemperatuur en andere relevante factoren om de juiste kabel met de geschikte weerstandswaarden te kiezen. De elektrische weerstand van de kabel kun je vinden op de datasheet van de kabel.

    • Wat zijn reductie factoren?

      Reductiefactoren verwijzen naar correctiefactoren die worden toegepast om de capaciteit of belastbaarheid van een kabel in specifieke omstandigheden te berekenen. Deze factoren worden gebruikt om rekening te houden met verschillende parameters die van invloed kunnen zijn op de prestaties van de kabel, zoals de omgevingstemperatuur, de groepering van kabels, de installatiemethode en andere relevante factoren.

      Enkele veelvoorkomende reductiefactoren die worden toegepast op kabels zijn:

      Temperatuurreductiefactor: Deze factor houdt rekening met de invloed van de omgevingstemperatuur op de belastbaarheid van de kabel. Hogere temperaturen kunnen zorgen voor een hogere weerstand waardoor de stroombelastbaarheid afneemt. Door een temperatuurreductiefactor toe te passen, wordt de belastbaarheid van de kabel verminderd om ervoor te zorgen dat de kabel binnen veilige grenzen blijft.

      Groeperingsreductiefactor: Bij het installeren van meerdere kabels in de nabijheid van elkaar kan de warmteafvoer beperkt worden. Groeperingsreductiefactoren worden gebruikt om de belastbaarheid van kabels te verminderen op basis van het aantal kabels en hun onderlinge afstand.

      Diepte-reductiefactor: Bij het begraven van kabels in de grond kan de warmteafvoer worden beperkt. Diepte-reductiefactoren worden toegepast om de belastbaarheid van de begraven kabels te verminderen op basis van de diepte van begraving.

      Installatiemethode-reductiefactor: Deze factor houdt rekening met specifieke installatiemethoden die de warmteafvoer kunnen beperken, zoals installatie in kabelgoten, buizen of andere beperkende omstandigheden.

      Het toepassen van reductiefactoren is belangrijk om ervoor te zorgen dat de kabels veilig en betrouwbaar werken binnen de ontwerpparameters. Het helpt om overbelasting en schade aan de kabels te voorkomen, en zorgt ervoor dat de kabels voldoen aan de geldende normen en voorschriften. Het is essentieel om de juiste reductiefactoren toe te passen op basis van de specifieke omstandigheden en vereisten van het project. De correcte reductiefactoren en stroombelastbaarheden zijn te vinden in de NEN1010 in bijlage 52. De stroombelastbaarheden zijn ook uit te rekenen in onze TKF kabelberekening

    • Wat is de functie van de aarddraad?

      De aarddraad, ook wel bekend als de aardingsdraad of de beschermingsleiding, heeft als belangrijkste functie het bieden van veiligheid in elektrische systemen. De functies van de aarddraad zijn onder andere:

      Veiligheid: De aarddraad dient als een veiligheidsmaatregel om de spanning op metalen delen van apparaten, machines of installaties te verminderen in het geval van een fout of defect. Als er een fout optreedt, zoals een isolatiefout, lekstroom of kortsluiting, stroomt de foutstroom via de aarddraad naar de aarde in plaats van door het menselijk lichaam of andere geleidende delen te gaan. Dit helpt elektrische schokken te voorkomen en beschermt tegen elektrocutie. Als er verder op correcte wijze in het systeem een aardlekbeveiliging is aangesloten zal deze verder de stroom afschakelen als deze detecteert dat er stroom wegvloeit

      Stabilisatie van spanning: De aarddraad kan ook helpen bij het stabiliseren van de spanning in elektrische systemen. Het biedt een pad voor elektrische stromen die afkomstig zijn van statische elektriciteit of elektrische ontladingen naar de aarde, waardoor potentiaalverschillen worden geëlimineerd en spanningen worden genivelleerd.

      Bescherming van apparatuur: Door een aarddraad te gebruiken, kan de kans op schade aan elektrische apparatuur door spanningspieken, overspanning of elektrostatische ontlading worden verminderd. De aarddraad leidt deze ongewenste stromen weg van de apparatuur en zorgt voor een stabiele en veilige werking.

      Het is belangrijk om de aarddraad correct aan te sluiten en te aarden volgens de geldende normen en voorschriften. Dit omvat onder andere het gebruik van geschikte aardingsmethoden, het kiezen van de juiste draaddikte en het zorgen voor een goede verbinding met aardingspunten.

    • Mag ik een draad/kabel direct in de muur verwerken?

      Sinds de 2015 versie van de NEN1010 is het in Nederland toegestaan een kabel direct in de muur te verwerken, mits dit door de een fabrikant is toegestaan. De TKF YMvK en YMz1K kabels zijn geschikt voor directe verwerking in de muur.

      Een draad mag nooit direct in een muur worden verwerkt en moet altijd voldoende worden beschermd door gebruikt van buizen.

    • Met welke welke kabel sluit ik een laadpaal aan?

      In het TKF Kenniscentrum is een artikel geschreven over welke kabels voor laadpalen geschikt zijn. Klik hier om direct naar dit artikel te gaan.

    • Hoe pas je de buigradius van een kabel correct toe?

      Kabels mogen gebogen worden, dat spreekt voor zich. Maar buig je een kabel te ver door, dan verkort dat de levensduur van je kabel aanzienlijk en riskeer je zelfs kortsluiting en/of brand. Aan de buitenkant van de bocht heb je dan immers de kabelmaterialen te sterk 'uitgetrokken' - deze worden dunner of vertonen misschien zelfs scheurtjes - waardoor de originele elektrische eigenschappen van de aderisolatie verloren gaan.  

      De buigradius wordt doorgaans uitgedrukt als een veelvoud van de buitendiameter van de kabel, bijvoorbeeld: 4xD of 12xD waarbij “D” de buitenØ van de kabel is. Soms is dit al concreet voor je kabel uitgerekend en dat wordt dan uitgedrukt als een waarde in mm. Buigradii variëren in afhankelijk van het kabeltype en de doorsnede. De buigradius die van toepassing is op een kabel staat vermeld in de datasheet.

      De opgegeven buigradii gelden steeds bij een omgevingstemperatuur van (20 ± 10)°C en worden steeds gemeten aan de binnenste kromming van de kabel.

    • Waarom moet een kabel een KEMA keur hebben?

      In Nederland is het zo dat een externe kwaliteitscontrole of inspectie op de lecktrische veiligheid van kabels verplicht is. Iedereen kan dus zeggen dat een kabel "goed" is en er is niemand die dat controleeert. Om aan te tonen dat kabels van voldoende kwaliteit zijn maken de meeste fabrikanten gebruik van een onafghankelijke kwalititeitscontrole gekenmerkt met het KEMA keur. Hierdoor kan men zeker te zijn dat kabels veilig zijn. Een KEMA-keurmerk (nu bekend als DEKRA Certification B.V.) is een certificering die wordt toegekend aan elektrische producten, waaronder kabels, na een grondige beoordeling en testprocedure. Het keurmerk is afkomstig van DEKRA, een onafhankelijke certificeringsinstantie die gespecialiseerd is in de veiligheid en kwaliteit van producten.

      Er zijn verschillende redenen waarom een kabel een KEMA-keurmerk zou moeten hebben:

      Veiligheid: Het KEMA-keurmerk geeft aan dat de kabel onafghankelijk is getest en voldoet aan strenge veiligheidsnormen en voorschriften. Dit houdt in dat de kabel is ontworpen en geproduceerd om veilig te functioneren en het risico op elektrische schokken, brandgevaar en andere potentiële gevaren te minimaliseren.

      Kwaliteit: Het KEMA-keurmerk waarborgt ook de kwaliteit van de kabel. Het certificeringsproces omvat tests en evaluaties om ervoor te zorgen dat de kabel voldoet aan de vereiste prestatiecriteria, duurzaamheid en betrouwbaarheid. Dit verhoogt de kans dat de kabel goed zal functioneren en lang meegaat.

      Conformiteit met normen: Een KEMA-keurmerk geeft aan dat de kabel voldoet aan de relevante nationale en internationale normen en specificaties. Dit kan belangrijk zijn om te voldoen aan wettelijke vereisten en om ervoor te zorgen dat de kabel compatibel is met andere apparatuur en systemen.

      Vertrouwen: Het KEMA-keurmerk is een erkend en gerespecteerd keurmerk in de elektrotechnische industrie. Het geeft gebruikers en installateurs vertrouwen in de kwaliteit en veiligheid van de kabel. Het kan ook helpen om mogelijke aansprakelijkheidskwesties te voorkomen en te zorgen voor naleving van voorschriften.

  • CPR
    • Wat is CPR?

      De CPR (Construction Products Regulation) is een Europese verordening welke ervoor zorgt dat eenduidige eisen gesteld worden aan de essentiële eigenschappen en prestaties waaraan bouwproducten moeten voldoen. Kabels die zijn geïnstalleerd in permanente elektrotechnische installaties van bouwwerken (bijvoorbeeld: gebouwen en civieltechnische werken) vallen met betrekking tot hun brandgedrag onder de CPR. Kabels worden hierbij geclassificeerd in verschillende brandklassen.

      De CPR is van kracht geworden in 2011 en in de afgelopen periode zijn volgens een bepaald programma geharmoniseerde normen van kracht geworden voor allerlei bouwproducten verbonden aan de CPR . Voor de kabels is geharmoniseerde norm EN 50575 in gegaan op 10 juni 2016 met een overgangsperiode van 1 jaar.

    • Wat is het doel van CPR?

      De Europese verordening voor Bouwproducten (CPR) heeft als doel eenduidige eisen te kunnen stellen m.b.t. de essentiële eigenschappen en prestaties waaraan bouwproducten moeten voldoen. Fabrikanten geven een verklaring af over technische eigenschappen van producten in een zogenaamde prestatieverklaring ofwel declaration of Performance (DoP).

      Voor kabels betreft het voor de CPR alleen brandeigenschappen, andere kenmerken van kabels (bijvoorbeeld elektrische en mechanische eigenschappen) blijven conform de huidige nationale en voor zover beschikbaar internationale specificaties.

    • Welke kabels moeten een CPR classificatie hebben?

      Welke CPR-brandklasse u nodig heeft, hangt af van de specifieke toepassing en de regelgeving in uw land of regio. In veel gevallen zijn de brandklassen wettelijk voorgeschreven en moeten kabels aan bepaalde eisen voldoen om te kunnen worden gebruikt in bepaalde toepassingen. Bijvoorbeeld, in gebouwen met meerdere verdiepingen, moeten kabels die worden gebruikt voor de stroomvoorziening en communicatie een bepaalde CPR-klasse hebben om aan de brandveiligheidseisen te voldoen.

      Gebruik de TKF CPR-tool om een advies te krijgen welke brandklasse je moet toepassen. 

    • Waarom moeten kabels een CPR keur hebben?

      Sinds 1 juli 2020 worden minimale prestatie-eisen voor brand- en rookgedrag van kabels wettelijk vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Daarmee voldoet ook Nederland aan de gestelde EU-regels om minimale eisen voor brandgedrag van bouwproducten vast te leggen in de wetgeving. Met deze wijziging van het Bouwbesluit worden de minimale brandveiligheidseisen van kabels aangescherpt. Een van de belangrijkste wijzigingen is dat voor kabels met brandklasse Dca de rookclassificatie aangescherpt wordt van s3 naar s2 voor binnentoepassingen.

      De brandveiligheid in gebouwen is iets wat eenieder die werkzaam is in de bouwketen aangaat. Daar dienen we als keten samen de verantwoordelijkheid voor te nemen. Dat begint met het maken van brandveilige keuzes als het gaat om materialen. De kwaliteit van kabels speelt al een belangrijke rol in het voorkomen van brand, maar de impact van kabels tijdens het verspreiden van een brand in gebouwen wordt vaak onderschat. Gezien het feit dat kabels en leidingen ruimtes en verdiepingen in een gebouw met elkaar verbinden, spelen ze een wezenlijke rol in de beperking van verspreiding van brand.

      WIJZING BOUWBESLUIT 2012 & NEN8012
      De wijziging in het Bouwbesluit 2012 richt zich enkel op de minimale eisen ter voorkoming van slachtoffers (gewonden en doden ) en uitbreiding van brand naar andere percelen. Gevolgschade, zoals het behoud van een bouwwerk en het voorkomen van schade aan het milieu, monumenten of maatschappelijke voorzieningen, zijn geen doelstellingen van het Bouwbesluit 2012. Juist ook bedrijfseconomische en maatschappelijke gevolgschade zijn van belang voor uw opdrachtgever en de maatschappij. Daarin ondersteunt de NEN8012, de Nederlandse norm voor brandclassificaties. De NEN8012 helpt bij het maken van de juiste keuze voor de brandclassificatie ter beperking van gevolgschade en stelt daarom aanvullende eisen aan de zuurgraad van (giftige) rookgassen en brandende vallende deeltjes.

      De NEN8012 zal later dit jaar worden aangepast zodat deze in lijn is met het gewijzigde Bouwbesluit 2012. Daarmee biedt de NEN8012 de sector en de gehele keten, aansluitend op het Bouwbesluit, helderheid voor wat betreft de leidingkeuze ter voorkoming van slachtoffers en uitbreiding van brand naar andere percelen, maar aanvullend op het Bouwbesluit 2012 ook met het oog op het beperken van gevolgschade door brand en rook.

      Op onze website vindt u een handige tool die u helpt een brandveilige kabelkeuze te maken waarbij ook de wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 sinds 1 juli 2020 worden getoetst. Hierdoor zullen zich gedurende dit jaar drie verschillende situaties voordoen:

    • Hoe kan ik zien aan welke CPR klasse een kabel voldoet?

      Om te zien aan welke CPR-klasse een kabel voldoet, moet u kijken naar de informatie op het etiket of de verpakking van de kabel. Hier vindt u de CE-markering, gevolgd door een reeks letters en cijfers die de prestatie van de kabel aangeven volgens de CPR-classificatie. De CPR classificatie is ingedeeld in zeven klasses, die variëren van A tot F. Het is alleen verplicht de CPR classificatie op de verpakking aan te brengen. Dat is mooi bij nieuwe kabel die nog in de verpakking zit, maar als de kabel uit de verpakking is of al geinstalleerd is is de classificatie nartuurlijk niet meer te vinden. Daarom brengen de meeste fabrikanten waaronder TKF ook de CPR classificatiie op de kabel zelf aan in de meterstempeling.

    • Zijn de CPR eisen aan kabels gelijk in heel Europa?

      Nee, de implementatie en het vaststellen van prestatieniveaus heeft in ieder Europese lidstaat afzonderlijk plaatsgevonden. Hierdoor kan een kabel met Cca klasse in een ander land een kwalitatief minder goede kabel kan zijn als een Cca kabel in Nederland. 

  • Kabeltypen
    • Wat is het verschil tussen VO-YMvKas en VG-YMvKas?

      Een omvlochten kabel (O=Omvlochten) en een gearmeerde kabel (G= Gearmeerd) zijn beide soorten kabels die een extra bescherming hebben om de kabel te beschermen tegen mechanische beschadiging en breuk. Het belangrijkste verschil tussen deze twee typen kabels is de manier waarop de bescherming wordt geleverd.

      Een omvlochten kabel heeft een beschermende laag die bestaat veel dunne verzinkt stalen gevlochten draden. Deze draden worden rondom de kabel gevlochten en bieden bescherming tegen beschadiging door buigen, draaien en andere vormen van mechanische spanningen en een lichte bescherming tegen mechanische beschadiging van buitenaf zoals handmatige graafwerkzaamheden. De bescherming is tegelijkertijd soepel genoeg om de kabel nog makkelijk te kunnen buigen. Een gearmeerde kabel heeft een beschermende laag die bestaat uit vlakdraad koper- en staaldraden die parallel aan de kabel lopen. De vlakdraden bieden bescherming tegen zware mechanische belastingen, zoals het gewicht van voertuigen of zware apparatuur, maar is ook veel sterker en zal een beschadiging door mechanisch graafwerk eerder overleven.

      Over het algemeen biedt een gearmeerde kabel meer bescherming dan een omvlochten kabel, maar is vaak ook duurder, zwaarder en minder flexibel zijn dan een vergelijkbare omvlochten kabel. Het type kabel dat het beste geschikt is voor een bepaalde toepassing, hangt af van de specifieke omstandigheden en vereisten van de installatie.

    • Wat is het verschil tussen YMvK en YMvKas?

      YMvK en YMvKas zijn beide installatiekabels met koperen geleiders en XLPE isolatie, maar er is één belangrijk verschil tussen beide kabeltypen:

      YMvKas-kabels hebben een extra beschermende laag. De "as" in YMvKas verwijst naar het AardScherm, dat dient om eventuele stroomlekken of overspanningen naar de aarde worden te leiden en daardoor de veiligheid te verbeteren, daarnaast kan dit bescherming bieden aan beschadigingen. Een YMvKas kabel heeft voorvoegsel VO- of VG dat aangeeft of dit uitgevoerd is met een Omvlechting bij een VO kabel of een Armering bij een VG kabel. VO of VG kabel mogen direct in de grond gelegd worden zonder aanvullende veiligheidsmaatregelen. Door het aardscherm wordt er bij een beschadiging door een schop of door een kraan altijd eerst contact gemaakt met het aardscherm voordat er een stroomvoerende geleider geraakt wordt. Als deze geleider ook geraakt wordt zal hierdoor door de aardlek de spanning van de kabel halen. Bij een YMvK kabel is deze extra bescherming niet aanwezig, en kun je met de schop of kraan 1 ader beschadigen zonder dat de installatie uitschakelt waarbij de graver zelf onder spanning komt te staan. Verder bied armering of omvlechting ook nog extra bescherming voordat de stroomvoerende aders beschadigd kunnen raken. Een YMvKas kabel geeft dus meer bescherming tegen gevaarlijke situaties.

      Zowel YMvK als YMvKas kabels worden veel gebruikt in woningen, gebouwen en industriële installaties voor de distributie van laagspanningsenergie en voor signaaloverdracht. Belangrijkste verschil tussen YMvK en YMvKas is de het extra beschermende aardscherm dat is toegevoegd in een YMvKas kabel. De YMvKas kabel mag zonder aanvullende beschermende maatregelen in de grond gelegd worden, bij een YMvK kabel moeten extra beschermingsmaatregelen worden genomen.

    • Wat is het verschil tussen YMvK en YMz1K?

      YMvK en YMz1K zijn beide typen laagspanningskabels die veel worden gebruikt in elektrische installaties. Functioneel zijn ze hetzelfde, maar een YMz1K kabel voldoet aan hogere eisen op het gebied van brandveiligheid.

      YMz1K kabels zijn halogeenvrij en leverbaar in CPR klasses Cca en B2ca. YMvK kabels bevatten PVC en zijn alleen leverbaar in de minder brandveilige CPR Dca uitvoering.

      De materialen in YMz1K kabels zijn volledig halogeenvrij waardoor die bij brand geen giftige en corrosieve gassen vrijgeeft. Dit type kabel wordt vaak gebruikt in situaties waarbij er hoge eisen worden gesteld aan brandveiligheid en de bescherming van mensen en apparatuur tegen de schadelijke effecten van rook en giftige gassen.

      Het belangrijkste verschil tussen YMvK en YMz1K zijn dus de toegepaste kunststoffen in de kabel. YMvK heeft een PVC-buitenmantel en vulmaterialen, terwijl YMz1K uit alleen maar halogeenvrije materialen bestaat. De keuze tussen beide typen kabels hangt af van de specifieke eisen van de toepassing, met name op het gebied van brandveiligheid, maar de mechanische eigenschappen gelijk.

    • Wat is het verschil tussen een YMv(z1)K FLEX en een Instalflex?

      Instalflex is een merknaam van TKF voor extrasoepele kabels met een geleider die zeer hoogflexibel is en eind jaren "90 als eerste op de markt gebracht door TKF. YMv(z1)K FLEX is een benaming die meerdere fabrikanten gebruiken om een kabel aan te duiden die soepeler is dan een standaard installatiekabel die massieve of klasse 2 geleiders bevat, maar die niet zo soepel is als de TKF Instalflex kabel.

      De Instalflex kabels van TKF hebben een speciale constructie die maximale flexibiliteit mogelijk maakt, wat handig kan zijn bij installaties met krappe aansluitruimtes. Geleiders in deze kabels zijn klasse 6 soepel met de lage weerstand van klasse 2 geleider, opgebouwd uit vele dunne koperdraden en daarmee veel flexibeler dan klasse 2 geleiders en die toch de hogere stroombelasting aankunnen volgens NEN1010.

      Het belangrijkste verschil tussen YMv(z1)K FLEX en Instalflex ligt in de mate van flexibiliteit die ze bieden.

      Instalflex is specifiek ontworpen om maximale flexibiliteit te bieden, terwijl YMv(z1)K FLEX een flexibele installatiekabel is die aan de standaardvereisten voldoet, maar mogelijk minder flexibel is dan Instalflex.

    • Wat is Guardsheath kabel?

      Guardsheath®-kabel is een speciaal type kabel ontwikkeld en geproduceerd door TKF dat wordt gebruikt in situaties waar chemische agressie een rol speelt en is een milieuvriendelijke vervanger voor loodkabels. Deze kabel heeft een extra beschermende laag, genaamd "Guardsheath", die de kabel beschermt tegen externe invloeden.

      De Guardsheath-laag is bestand tegen agressieve chemicaliën. Dit maakt de Guardsheath-kabel geschikt voor gebruik in industriële omgevingen zoals chemische fabrieken, olieraffinaderijen en petrochemische installaties. De kabels zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen, afhankelijk van de toepassing. Zo zijn er Guardsheath-kabels voor hoogspannings- en laagspanningstoepassingen, voor bovengrondse en ondergrondse installaties en voor verschillende omgevingscondities.

      Guardsheath-kabels worden vaak gebruikt in toepassingen waarbij veiligheid en betrouwbaarheid van cruciaal belang zijn, zoals in de olie-, gas- en chemische industrie, en in de mijnbouw en energieopwekking. 

    • Wat is een EMC Kabel?

      EMC staat voor elektromagnetische compatibiliteit en EMC-kabels zijn kabels die zijn ontworpen om elektromagnetische interferentie te verminderen of te voorkomen. Elektromagnetische interferentie (EMI) kan optreden wanneer elektrische en elektronische apparatuur elektromagnetische energie uitzendt en/of oppikt, waardoor storingen in andere apparatuur ontstaan. 

      In de praktijk wordt als er gevraagd wordt om een EMC kabel meestal een speciale voedingskabel bedoeld die gebruikt wordt tussen een frequentieomvormer en een elektromotor. Deze toepassing stelt extra eisen aan de kabelcontructie om zowel EMI stoorsignalen voortgebracht door de frequentieomvormer te voorkomen, als ook om de apparatuur en motor te beschermen tegen beschadiging door een voldoende zwaar scherm zodat er grote stromen door het scherm kunnen lopen. TKF heeft daarvoor in het protfolio de flexibele Instalflex EMC kabels en de nog robuuster uitgevoerde VO-YmZ1kafas kabels.

      Met een EMC kabel kunnen natuurlijk ook nog andere kabeltypes bedoeld worden, maar meestal bedoeld men een EMC motorkabel die ook wel VFD kabel genoemd wordt.

    • Wat is het verschil tussen lqwd en dlwd?

      De afkortingen lqwd en dlwd worden veel gebruikt bij middenspanningskabels, deze geven de mate van waterdichtheid aan per kabeltype.

      Dlwd: = dwars- en langs waterdicht; dwarswaterdicht door toepassing van een ondoordringbare metaallaag, meestal een Alpol (alu tape) en langs waterdicht door toepassing van zweltapes.

      Lqwd: = langs- en quasi dwarswaterdicht. Onder de buitenmantel is geen Alpol toegepast, maar wel de zweltapes. Hierdoor garandeert de kabel geen 100% dwarswaterdichtheid, maar heeft wel behoorlijke waterdichte eigenschappen en is Langs waterdichtheid wederom door zweltapes.

      Dlwd kabels worden toegepast in situaties waarin verwacht wordt dat de kabel constant in water onder hoge druk ligt, zoals bijvoorbeeld bij trajecten onder een kanaal of andere waterweg door.

    • Waarvoor is de armering van een kabel bedoeld?

      De armering van een kabel heeft verschillende doeleinden, afhankelijk van het type kabel en de toepassing ervan. Over het algemeen wordt de armering gebruikt om de kabel te beschermen tegen externe invloeden en om de mechanische sterkte te verbeteren. Hier zijn enkele specifieke redenen waarom armering wordt toegepast:

      Mechanische bescherming: De armering biedt bescherming aan de kabel tegen fysieke schade, zoals druk, impact, buiging, trekkrachten en knaagdieren. Het helpt voorkomen dat de kabel wordt geplet, doorgesneden of beschadigd door externe factoren.

      Treksterkte: De armering fungeert als een versterkend element dat de kabel in staat stelt om trekkrachten te weerstaan. Dit is met name belangrijk bij ondergrondse kabels, zoals stroomkabels of telecommunicatiekabels, die vaak worden blootgesteld aan spanningen veroorzaakt door grondbewegingen of installatieprocessen.

      Bescherming tegen elektromagnetische interferentie (EMI): In sommige gevallen kan de armering dienen als een afscherming tegen elektromagnetische straling. Dit voorkomt dat externe elektromagnetische velden interfereren met de signaaloverdracht in kabels.

      Het type armering kan variëren, afhankelijk van de specifieke toepassing en vereisten van de kabel. Gebruikelijke armeringsmaterialen zijn onder verzinkte staaldraden, koperdraden of rvs. In sommige toepassingen wordt ook bijvoorbeeld een aramide omvlechting gebruikt voor extra treksterkte. Het is belangrijk op te merken dat niet alle kabels armering hebben; dit hangt af van de specifieke toepassing en de benodigde eigenschappen van de kabel.

    • Waarom zitten er twee zwarte aders in een 5 aderige kabel zonder geel groen en hoe hou ik die uit elkaar?

      In een 5-aderige kabel worden vaak twee zwarte aders gebruikt om verschillende redenen, zoals het aanduiden van verschillende functies of polariteiten. Over het algemeen worden de volgende kleuren gebruikt in elektrische bedrading:

      - Bruin (fase)

      - Blauw (nul)

      - Groen/geel (aarde)

      - Zwart (schakeldraad)

      - Zwart (extra schakeldraad of extra functie).

      Je kunt deze twee zwarte aders uit elkaar houden door de adervolgorde te volgen. De eerste zwarte ader zit naast blauw, de tweede zwarte ader zit naast bruin.

  • Toepassingen
    • Wat is functiebehoudkabel?

      Een functiebehoudkabel is een speciale kabel die is ontworpen om ervoor te zorgen dat de elektrische en communicatiesystemen in een gebouw blijven werken tijdens een brand. In geval van brand moet de kabel bestand zijn tegen de hoge temperaturen en de rook die door de brand wordt geproduceerd, zodat deze nog steeds elektriciteit en data kan overbrengen en de veiligheidssystemen in het gebouw blijven werken.

      Functiebehoudkabels kunnen worden gebruikt in gebouwen waar het essentieel is dat de communicatie- en veiligheidssystemen blijven werken, zoals ziekenhuizen, luchthavens, tunnels en andere openbare gebouwen. Binnen de thematiek over brandveiligheid bestaat er nog vaak veel spraakverwarring. We kennen diverse begrippen die veel van elkaar weg hebben, namelijk:

      Brandwerendheid

      Brandwerendheid heeft betrekking op de weerstand van het gebouw tegen brand
      (d.w.z. de bestendigheid van de bouwdelen, zoals vloeren, muren, daken en overige constructiematerialen), vlamdoorslag, thermische isolatie en stabiliteit. Dit wordt aangeduid door de letter F (bijv. F60 geeft aan dat de bouwdelen 60 minuten weerstand moeten geven tegen het doorlaten van brand). Dit wordt getest volgens DIN 4102.

      Isolatiebehoud

      Isolatiebehoud heeft betrekking op de weerstand van de isolatie van de kabel tegen brand, deze heeft doorgaans een test ondergaan volgens DIN VDE 0472 Teil 814. Het resultaat hiervoor wordt doorgaans aangeduid met de letters FE (FE180 geeft bijvoorbeeld aan dat de kern van de kabel minimaal 180 minuten beschermd is tegen vlaminwerking van de brand).

      Functiebehoud

      Functiebehoud bij brand heeft betrekking op de bestendigheid van de elektrotechnische installatie tegen brand. Essentiële onderdelen in de installatie, die signalen doorgeven aan de noodverlichting, ontruimingsinstallaties, brandmeldsystemen en andere veiligheidsinstallaties, moeten in geval van brand gedurende een bepaalde tijd dit signaal door blijven geven zodat mensen in het gebouw op een veilige manier het pand kunnen verlaten. Het kabeldraagsysteem en de bijbehorende kabel vormen samen een systeem. Het geheel krijgt na het doorstaan van de brandtest een classificatie. In Nederland geldt hiervoor de richtlijn NPR 2576, deze maakt onderscheid in verschillende klassen, namelijk installaties die 30 of 90 minuten functiebehoud moeten garanderen. Hierbij geldt dat indien het kabeldraagsysteem met de bijbehorende ophanging is goedgekeurd voor de klasse E30 of E90, iedere willekeurige kabel mits gecertificeerd voor de betreffende functiebehoudsduur kan worden toegepast.

    • Mogen functiebehoudkabels in de grond?

      Functiebehoudkabels zijn in het algemeen niet ontworpen voor gebruik onder de grond. Ze zijn speciaal ontworpen voor toepassingen in gebouwen waar ze moeten voldoen aan strenge brandveiligheidseisen en functiebehoud. 

      Verschillende normeringen verbieden zelfs de direct overdracht van functiebehoudkabels in de grond, een overdracht via een beschermde pijp is toegestaan zolang daarin geen water kan vormen.

    • Waarom heeft TKF sectorvormige geleiders in laagspanningskabels?

      In sommige laagspanningskabels gebruikt TKF sectorvormige geleiders in plaats van massieve ronde geleiders. Er zijn verschillende redenen waarom sectorvormige geleiders worden gebruikt:

      Compactheid: Sectorvormige geleiders nemen minder ruimte in beslag dan massieve ronde geleiders. Door de geometrie van de geleiders kunnen ze dichter bij elkaar worden geplaatst, wat resulteert in een compactere kabelconstructie. Dit is voordelig bij beperkte ruimte-installaties waar het verminderen van de kabeldiameter een voordeel is.

      Thermische dissipatie: Sectorvormige geleiders hebben een groter oppervlaktecontact met de isolatie van de kabel, wat zorgt voor een betere thermische dissipatie. Dit betekent dat warmte efficiënter kan worden afgevoerd, wat belangrijk is bij kabels die een hogere stroomcapaciteit hebben en dus meer warmte genereren.

      Het gebruik van sectorvormige geleiders in laagspanningskabels is dus voornamelijk gericht op compactheid en thermische dissipatie. Deze eigenschappen kunnen de prestaties en toepassingsmogelijkheden van de kabel verbeteren, afhankelijk van de specifieke vereisten van het project.

    • Wat is de functie van een afscherming per paar bij instrumentatie kabels?

      Bij instrumentatiekabels wordt vaak een afscherming per paar toegepast. De functie van deze individuele afscherming per paar is om elektromagnetische interferentie (EMI) te verminderen en de signaalkwaliteit te behouden. Hier zijn enkele belangrijke functies van de afscherming per paar bij instrumentatiekabels:

      Bescherming tegen externe elektromagnetische interferentie: De afscherming per paar helpt om signalen te beschermen tegen elektromagnetische interferentie veroorzaakt door externe bronnen, zoals elektrische kabels, motoren, schakelapparatuur, radiofrequentie-interferentie en andere elektrische apparaten. De afscherming fungeert als een barrière en voorkomt dat externe elektromagnetische velden het signaalverloop van het paar beïnvloeden.

      Vermindering van overspraak: Door de individuele afscherming per paar wordt ook overspraak tussen verschillende paren in de kabel verminderd. Overspraak treedt op wanneer signalen van het ene paar interfereren met de signalen van andere paren, wat kan leiden tot signaalvervorming en kwaliteitsverlies. De afscherming per paar minimaliseert deze overspraak en helpt de signaalintegriteit te behouden.

      Al met al zorgt de afscherming per paar bij instrumentatiekabels voor een betrouwbare en storingsvrije signaaloverdracht. Het helpt bij het handhaven van de integriteit en kwaliteit van de signalen, wat vooral belangrijk is bij gevoelige instrumentatietoepassingen waar nauwkeurige metingen essentieel zijn.

    • Wat is de minimale haspelmaat voor een kabel?

      De minimale haspelmaat voor een kabel kan variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals de diameter en lengte van de kabel, het type kabel en de toepassing ervan. Over het algemeen wordt de haspelmaat bepaald op basis van praktische overwegingen om een efficiënte opslag, transport en hantering van de kabel mogelijk te maken.

      Bij het bepalen van de minimale haspelmaat voor een kabel moet rekening worden gehouden met de volgende aspecten:

      Diameter van de kabel: De diameter van de kabel speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de haspelmaat. Een grotere diameter vereist een grotere haspelmaat om de kabel netjes op te kunnen wikkelen zonder dat deze te strak wordt of beschadigd raakt.

      Lengte van de kabel: De lengte van de kabel heeft ook invloed op de haspelmaat. Hoe langer de kabel, des te groter de haspel moet zijn om de gehele lengte op te kunnen wikkelen.

      Buigstraal: De kabel moet op een haspel worden gewikkeld met voldoende ruimte om de buigstraal te behouden. Elke kabel heeft een specifieke minimum buigradius die moet worden gehandhaafd om beschadiging van de kabel te voorkomen. De haspelmaat moet groot genoeg zijn om de vereiste buigstraal te kunnen behouden zonder overmatige spanning of vervorming van de kabel.

      Toepassing en gebruiksgemak: Naast de technische aspecten is het ook belangrijk om rekening te houden met het gebruiksgemak. Een haspelmaat moet praktisch zijn voor opslag, transport en hantering, zodat de kabel gemakkelijk kan worden verplaatst en geïnstalleerd.

    • Hoe hard mag je aan de kabel trekken?

      De maximale toelaatbare trekkracht voor een kabel is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type kabel, de diameter, de constructie, het materiaal en de toepassing ervan. Per kabel heeft TKF een maximale trekkracht gespecificeerd op de datasheets, het is belangrijk dat deze niet overschreden worden.

      Over het algemeen gelden de volgende principes bij het hanteren en trekken van kabels:

      Vermijd overmatige trekkracht: Het is belangrijk om overmatige trekkracht op de kabel te vermijden, aangezien dit kan leiden tot beschadiging van de kabel, inclusief geleiders, isolatiematerialen of afschermingen. Overmatige trekkracht kan de elektrische eigenschappen van de kabel beïnvloeden en levensduur verkorten.

      Gebruik geschikte hulpmiddelen en technieken: Bij het trekken van kabels moeten geschikte hulpmiddelen en technieken worden gebruikt om de juiste trekkracht toe te passen en de kabel niet te beschadigen. Dit kan het gebruik van kabeltrommels, haspels, trekkousen, geleidingsrollen, kabeltrekkousen of andere hulpmiddelen omvatten om de trekkracht gelijkmatig te verdelen en de kabel op een gecontroleerde manier te geleiden.

    • Mag EMC kabel in de grond gelegd worden?

      De EMC kabels hebben een gevlochten koperdraadscherm dat een minder zware mechanische bescherming biedt dan een stalen omvlechting of armering die gewone grondkabels bieden en daarmee niet gegarandeerd geschikt om in direct in de grond te verleggen.

      De Instalflex EMC kabels hebben geen binnenmantel en hebben hierdoor minder bescherming tegen vochtindringing, TKF heeft ook EMC kabels met een binnenmantel, namelijk de YMz1Kafas EMC range. Dit zijn robuustere constructies geschikt om ook in de grond te verleggen maar bieden, minder mechanische bescherming dan een gewone grondkabel.

    • Mag ik XMvK kabel bundelen?

      XMvK-kabels zijn niet geschikt om gebundeld te worden, omdat de kabels onvoldoende de brandvoortplanging beperken. XmvK kabel heeft CPR klasse Eca.

    • Moet een XMvK kabel in een buis?

      XMvK is een lichte installatiekabel en moet bij zware omgevingsomstandigheden (zoals industrie) in een buis gelegd worden. Ook als er meerdere XMvK kabels bij elkaar lopen moeten deze apart in buizen gelegd worden omdat de kabels door de lichtere brandklasse niet gebundeld mogen worden. Ook in nieuwbouw waar een brandklasse Dca of hoger gevraagd wordt mag een XMvK kabel niet los toegepast worden omdat deze slechts een Eca CPR classificatie heeft en moet dan in een buis of achter of in een constructiedeel gelegd worden.

    • Mag een YMvK direct in de grond toegepast worden?

      Volgens de geldende normeringen is het volgende voorgeschreven: "In de grond gelegde kabels, buizen of kokers moeten ofwel zijn beschermd tegen mechanische beschadiging, ofwel op zodanige diepte ingegraven liggen dat het risico op dergelijke beschadiging minimaal is. Ingegraven kabels moeten worden gemarkeerd door een kabelafdekking of een daarvoor geschikt markeringslint."

    • Wat is grondkabel?

      Grondkabel is een type kabel dat speciaal is ontworpen voor ondergrondse toepassingen. Het wordt gebruikt om elektrische energie, data en signalen over te brengen van de ene locatie naar de andere onder de grond, bijvoorbeeld van een gebouw naar een paal of van een paal naar een ander gebouw.

      Grondkabels zijn gemaakt van speciale materialen die bestand zijn tegen invloeden van buitenaf, zoals vocht, corrosie, temperatuurschommelingen en mechanische belastingen. Er zijn verschillende soorten grondkabels beschikbaar, zoals laagspanningskabels, middenspanningskabels en hoogspanningskabels, elk met hun eigen specificaties en toepassingen. 

    • Wanneer gebruik ik een signaalkabel en wanneer en signaalkabel JYY?

      Signaalkabels worden gebruikt voor het overbrengen van analoge en digitale signalen met een lage bandbreedte en een lage spanning, bijvoorbeeld bloksignalen (aan/uit), analoge audio, meet en regelsignalen van bijvoorbeeld een thermostaat. Het verschil tussen een TKF Signaalkabel en een Signaalkabel JYY is dat bij een gewone signaalkabel er 1 ader per signaal gebruikt wordt, en bij een Signaalkabel JYY een parige constructie heeft waarbij twee aders om elkaar getwist zijn en samen worden aangesloten.

      Het gebruiken van een paar voor signaaloverdracht vermindert de invloed van externe stoorsignalen op het signaal. De aan te sluiten apparatuur moet hiervoor wel de aansluitingen hebben om een paar aan te kunnen sluiten. Dus het antwoord is dus dat een signaalkabel JYY gebruikt wordt als de apparatuur communicatie via aderparen ondersteunt. Zowel de gewone signaalkabels als ook de Signaalkabels JYY zijn ook in afgeschermde versie uit voorraad leverbaar, waarbij de afscherming een nog beter bescherming tegen externe stoorsignalen biedt.

    • Welke kabels mogen worden toegepast in EX-gebieden?

      Algemeen geldt dat kabels die worden gebruikt voor vaste aanleg in een gevaarlijk gebied moeten zijn aangepast aan de heersende omstandigheden in bedrijf.

      De IEC 60079-14:2013 stelt in hoofdtuk 9.3 Kabels, dat deze rond en compact moeten zijn. Een bedding of mantel moet geëxtrudeerd zijn en eventueel vulmateriaal moet niet hygroscopisch zijn.

      Voor het gebruik van specifieke types en/of afmetingen verzoeken wij U contact op te nemen met onze verkoopafdeling.

  • Installatie - Handleidingen
    • Welke mes moet ik gebruiken om een kabel te strippen?

      In principe adviseren wij het gebruik van speciaal kabelstrip gereedschap. Dit om eventuele beschadiging van aders/geleiders te voorkomen.

Contact

Staat uw vraag er niet bij, neem dan contact met ons op!

Heeft u niet de informatie gevonden die u zocht, staat uw vraag er niet tussen of heeft u een suggestie? Vul  het formulier in en wij zullen zo spoedig mogelijk contact opnemen om de vraag te beantwoorden..

Stel uw vraag